donderdag 3 september 2020

King Buzzo with Trevor Dunn – 'Gift of Sacrifice': akoestische gothic sludge


In vergelijking met King Buzzo's zes jaar oude, gebaldere solodebuut 'This Machine Kills Artists', klinkt 'Gift of Sacrifice' als een zich statig langzaam – op het ritme van Buzz Osborne's (akoestisch ingespeelde) sludgy metalriffs - ontplooiend werkstuk. Ingekapseld tussen een beknopte, chaotisch experimentele aanhef en dito midden- en sluitstuk bevinden zich twee solide blokken, organisch verschillende richtingen uitslepend, episch somberend materiaal.


Blijven de gitaarpartijen zwaar, ritmisch steady, basic en voor de doorwinterde Melvins-fan uitermate herkenbaar, zorgt Fantômas-kompaan Trevor Dunn op bas geregeld voor een frivolere tegenpartij (bv. 'Mock She' en 'Science in Modern America') in het geheel. Ook wordt door middel van onder meer ondersteunende strijkers – van weemoedig ('Housing, Luxury, Energy') tot onheilspellend ('Delayed Clarity') – en licht noisy, al dan niet lang uitgesponnen outro's gelaagdheid in de (mede door de theatrale leadvocalen veroorzaakte) van origine gothic sfeerschepping gebracht.

Terwijl de songs, albumopbouw en no-nonsense aanpak erg dicht aanleunen bij de manier van werken bij The Melvins, rechtvaardigt alleen al het afwijken van de topheavy sound King Buzzo's keuze om 'Gift of Sacrifice' als solo-project op de markt te brengen.



donderdag 6 augustus 2020

Protomartyr – 'Ultimate Success Today': donker, meeslepend en avontuurlijk


Alleen al om de tekst is vooruitgeschoven single 'Processed by the Boys' het meest mythische nummer op Protomartyrs vijfde lp. Het voorspellende karakter van de meer dan anderhalf jaar geleden neergepende frases “A foreign disease, washed upon the beach, a dagger punch from out of the shadows, a cosmic grieve behind all comprehension” wint in deze pandemische tijden nog aan kracht door dit te combineren met verwijzingen naar het huidige klimaat van sociale oproer (“a riot in the streets”). Lyricist Joe Casey heeft alvast aangegeven dat deze output enkel het resultaat was van een gedegen overschouwing van de (toenmalige) werkelijkheid, en pretendeert allerminst over visionaire gaven te beschikken.

Niettemin is dit nummer ook exemplarisch voor de manier waarop Casey – die de ene keer klinkt als een fatalistische observator om dan weer naar voren komen als verbeten aanklager of in totale wanhoop woest in het ijle te schreeuwen – als een soort tweede huid kleeft op het sowieso al behoorlijk dramatisch verhalende instrumentarium waar hij een (al dan niet cryptische) concrete inhoud aan verleent. Voel je zelfs op de meest ingetogen muzikale momenten de sluimerende spanning van een vulkaan in rust, kunnen de door Greg Ahee's nu eens onheilspellende dan weer maniacaal uithalende gitaarpartijen gedragen erupties zowel in de opbouw aangekondigd opduiken als onverhoeks toeslaan.

Terwijl de in groovy golven dreunende drums even makkelijk het voortouw kunnen nemen, als zich in een ondersteunende rol weten te schikken, beheerst het kwartet uit Detroit de kunst een organisch evoluerend geheel neer te zetten als geen ander, wat de deur naar onvoorspelbare songstructuren helemaal open zet. Neem bijvoorbeeld 'June 21' dat vocaal aanvangt met een gastbijdrage van Nandi Rose Plunkett (Half Waif). Wanneer vervolgens Casey de strofe overneemt anticipeer je op een duet dat er uiteindelijk niet komt, vermits Plunketts rol zich van dan af beperkt tot backings. Wars van een al te ordentelijke strofe-refrein-strofe-opbouw weet Protomartyr in een hooky en meeslepend meanderend web veertig minuten lang de focus van de luisteraar te behouden.

Mede door de toevoeging van enkele subtiele saxofoon- en celloklanken, levert Protomartyr op die manier alweer een donker sfeervol en indringend meesterwerk af. Volgens Joe Casey vormt 'Ultimate Success Today' overigens thematisch en stilistisch een soort synthese van en slotakkoord aan het eerste decennium van de band.

https://www.facebook.com/overfromunderground/


dinsdag 21 juli 2020

De teloorgang van Burger Records?


Update 23/07: Ondertussen lijkt de teloorgang een feit en Burger Records helemaal opgedoekt.

Goed zeven jaar geleden gaf Together Pangea's William Keegan in een toenmalige promotekst al aan dat de garagerockscene niet echt uitblonk in vrouwvriendelijkheid: We think less and less about how we fit into this garage punk scene that we never even technically felt a part of. We just kinda get lumped into that. I’m not really stoked on what a lot of those bands are saying, there’s a lot of misogyny and stuff I’m not into.”


Welke immense proporties het aangekaarte probleem aannam en -neemt begint pas sinds zowat een week exponentieel boven water te komen. Nadat Clementine Creevy (Cherry Glazerr) in steun van een andere misbruikhistorie haar ervaring op Instagram deelde over de relatie die ze als veertienjarige aanging met de volwassen bassist van Burger Records-band Undertones, kwam het gerennomeerde garagelabel via talrijke soortgelijke (met beschuldigingen richting zelfde stal) bekentenissen in sneltempo onder vuur te liggen als verantwoordelijken voor het creëren van een roofdieromgeving en zelfs verkrachtingscultuur.

Burger Records zag zich dan ook genoodzaakt zich te excuseren en verdere actie te ondernemen. Geven ze op Facebook zelf enkele namen van beschuldigden prijs (It's Part Time, Phil from Love Cop and probably more to come.”), worden in online getuigenissen ook The Growlers, Audacity, Cosmonauts en The Black Lips (terugkerend) genoemd. Daarenboven komen in enkele verhalen ook oprichters Sean Bohrman en (directeur) Lee Rickard in opspraak. Beiden zetten alvast met onmiddellijke ingang een stap opzij in het organigram van het label. Andere maatregelen in een poging het bedrijf te redden zijn onder andere een naamsverandering naar BRGR RECS, de oprichting van een exclusief vrouwelijk sublabel BRGRRRL en de toevoeging van een ethische code aan de in de toekomst schriftelijk opgestelde contracten.

Het zal ons benieuwen hoe dit allemaal verder evolueert en zeker ook of het als headliner geboekte Bikini Kill volgend jaar überhaupt zal opdagen op het Burger Boogaloo-festival.

https://www.facebook.com/overfromunderground/


donderdag 11 juni 2020

Thao & The Get Down Stay Down – 'Temple': gevarieerde ritmes en verrassende zanglijnen


Met 'Temple' leveren Thao & the Get Down Stay Down alreeds voor de vijfde maal in een tijdsspanne meer dan een decennium een erg ritmische en goed uitgewerkte indieplaat af. Qua kadans komt het geheel dit keer heel wat complexer en gevarieerder voor de dag dan de typische, kinderlijk tribale stempel die producer Merrill Garbus vier jaar geleden op voorganger 'A Man Alive' drukte.


Zo kom je naast je gewone, steady ondersteunende lofi-rocktempo onder meer ook jazzy shuffles, trip- en hiphopbeats, etherisch drijvende synthklanken en dansbare discogrooves tegen als basis. Terwijl gitaren en keyboards het geheel inkleuren, vormt deze dynamische ritmiek de ruggegraat waaraan een hele ribbenkast frisse, vaak verrassende zanglijnen zijn opgehangen.

Met haar heldere, soepele, licht melancholische stem weeft spilfiguur Thao Nguyen immers een delicaat en catchy klankentapijt waarbij de meeslepende vocale partijen elkaar evengoed de ene keer kunnen ondersteunen en aanvullen als de andere keer dan weer bazingagewijs vanachter de schouder opduiken of zelfs ronduit tegen elkaar botsen. Binnen ruim uitgezette lijnen van het indiegenre herbergt de plaat heel wat tempo- en stijlwisselingen gaande van de zweverige sleper 'Disclaim' en de dreampop op 'Marauders' over de frisse alternatieve rocker 'How Could I' tot de quasi-rap van 'Phenom'.

Zonder al te veel aan de altijd al uitmuntende songschrijverij te sleutelen, hebben Thao & The Get Down Stay Down hun sound sinds langspeeldebuut 'We Brave Bee Stings and All' gevoelig gemoderniseerd doorheen de jaren, met 'Temple' als (voorlopig) culminatiepunt. Het album is een hedendaags geproducet, meeslepend, avontuurlijk gevarieerd en indringend werkstuk.




donderdag 21 mei 2020

Mark Lanegan – 'Straight Songs of Sorrow': titel dekt de lading


Toen Mark Lanegan voor Pomona's 'Sleevenotes'-reeks gevraagd werd wat favoriete songs uit zijn lijvige back catalogue te lichten en beknopt duiding te geven bij de lyrics ervan, zette dit heel wat sluizen open. Niet alleen ligt hier de directe oorzaak voor z'n zopas verschenen memoires 'Sing Backwards and Weep', maar deze gaven op hun beurt weer rechtstreeks aanleiding tot nieuwe plaat 'Straight Songs of Sorrow'. Leverde dit alles als pittig toemaatje daarenboven nog wat online gekibbel met vroegere Screaming Trees-bandleden en een hernieuwde vete met Liam Galagher op, bleek het therapeutische verwerkingseffect van het herbeleven van zijn donkere verleden - naar eigen zeggen – volledig uit.


In de op hectische percussie drijvende opener 'I Wouldn't Want to Say' bevestigt de doorleefde grunge-survivor zich dan ook meteen als onvervalst poète maudit (“I will bring bad luck and misery to you”). Een uur lang bezingt Lanegan vervolgens vanuit de diepste krochten van de herinnering zijn nimmer tot vreugde uitnodigende, talrijke confrontaties met Eros en Thanatos waardoor de plaat thematisch baadt in de van oudsher krachtigste topics denkbaar. De toon is van een aard die de albumtitel helemaal rechtvaardigt.

Terwijl een heleboel gastmuzikanten hun medewerking verlenen aan de lp, merk je dat het om een soloproject gaat aan de afwezigheid van (de met band geregeld opduikende) riffgeoriënteerde rock. Wel present tekenen akoestisch gebrachte, melancholisch folk ('Apples from a Tree') en Alain Johannes' typische interpretatie van jaren 80- electronische poprock ('Internal Hourglass Discussion'), uiteraard inclusief allerlei overlappingen tussen de genres. Beste voorbeeld van een uiterst geslaagde crossover vormt 'At Zero below' waar de huiveringwekkende, mechanische duisternis aangedikt wordt door een aantal ingenieus ineengevlochten, aan traditionele country herinnerende vioolpartijen van Warren Ellis.

Trage slepende nummers staan in een natuurlijk overkomende afwisseling met vinniger groovend werk, en kale producties alterneren organisch met meer uitgewerkt materiaal, waarvoor een keur aan bevriende muzikanten onder meer strijkers, piano en extra vocalen toeleverde. Zijn deze laatsten doorgaans backings, leent zowel echtgenote Shelley Brien als Simon Bonney (van de Australische rockgroep Crime & the City Solution) respectievelijk haar/zijn stem voor een heus duet.

Dit alles maakt 'Straight Songs of Sorrow' tot een beklijvend, donker en authentiek magnum opus dat onmiskenbaar altijd een speciale plaats in Mark Lanegans uitgebreide oeuvre zal blijven innemen.
https://www.facebook.com/overfromunderground/


dinsdag 28 april 2020

Romano Nervoso – 'The Return of the Rocking Dead': chansongevoelige hardrock


Al is Romano Nervoso altijd een band met een hoge nostalgie-factor geweest, komt dit er de laatste twee platen wel erg dik op te liggen. Het adagium “Sex, drugs, rock n roll & dolce vita” vat – naar hun nummer uit het twee jaar oude 'I Don't Trust Anyody Who Doesn't Like Rock n Roll'– de muziekbeleving van het Italo-Belgische combo nog steeds prima en kernachtig samen.


Waar het de spits afbijtende 'Internet Generation' almeteen van leer trekt tegen de hedendaagse jeugd, snijden de hieropvolgende songs immers voluit het terugkerende “Rock n Roll will never die”-thema aan. Hierbij worden gemeenplaatsen allerminst geschuwd. Zo krijgt in 'Tell Me What Happened to Your Rock'n Roll' een gesettelde jeugdvriend ervan langs, en fantaseert 'We Miss You Jay Reatard' over de streken die de oh-zo-luid-spelende Reatard uithaalt “with Bonham in heaven.” 'Wild Boy' vindt dan weer in Danko Jones een logische partner in crime.

Terwijl labels als glam-, blues- en punkrock heden ten dage natuurlijk niet al te avontuurlijk meer in de oren klinken, bewijst Romano Nervoso ten volle dat dit niet noodzakelijk een bezwaar hoeft te wezen. Het uitgedragen “Wallifornische” volksethos gecombineerd met de wat brute flair van frontman Giacomo Panarisi zorgen ervoor dat het allemaal oprecht en interessant blijft. Daarenboven weet de band in beslissende mate hun chansongevoeligheid, waar afsluitende cover 'Babooshka' openlijk van getuigt, in het geheel te verwerken.

'The Return of the Rocking Dead' mag dan weinig vernieuwing herbergen, het album klinkt wel als een eerlijk, ongekunsteld en instant catchy werkstuk.



woensdag 15 april 2020

Dan Sartain – 'Western Hills': van Elvis tot Morricone


Na zijn, overigens uitermate geslaagde, uitstap richting new wave uit 2016 ('Century Plaza'), trekt hillbillie garagepunk Dan Sartain zich met 'Western Hills' wat meer terug in zijn comfortzone. Deze langspeler herbergt immers een bonte collectie covers in het westerngenre.


De lading die het label dekt valt immers niet makkelijk binnen strikt afgebakende lijnen te definiëren. Vind je een oer-Amerikaanse folktraditional als 'When I Was a Cowboy' aan de ene kant van het spectrum, kom je aan het andere uiterste een jaren 80 nummer van de Britse postpunkers Adam & The Ants ('5 Guns West') tegen, met tussenin een heel arsenaal enorm diverse, aan films ontleende themanummers. Terwijl geregeld de geest van John Wayne rondwaart, maak je ook kennis met de begingeneriek van Clint Eastwoods doorbraakserie, hoor je Elvis zijn bijdrage leveren aan de soundtrack van zijn eigen acteerprestaties, en kan uiteraard ook de invloed van spaghettiwesterns niet ontbreken.

Muzikaal stilistisch uit de diversiteit zich in enkele ballads (onder meer van The King) naast een voor Ricky Nelson geschreven countrysong van Johnny Cash en een resem typische opzwepende cowboynummers zoals 'Rawhide' of heldenepos 'Geronimo'. Een speciale plaats in de hele lappendeken is weerhouden voor Ennio Morricone's orchestrale aanpak die het genre eind jaren 60 nieuw leven in blies.

Om het even welke richting de plaat uitgaat, het lijkt Dan Sartain steevast helemaal op het lijf geschreven. Zijn expressieve vocalen en no nonsense-gitaarspel doen de songs alle eer aan. Met veel eerbied voor de originele versies waarbij geen moeite gespaard wordt de oorspronkelijke backings en geluidseffecten te benaderen (waarom professioneel winkelcentrumslager Sartain in de studio hele lappen vlees tegen de vloer keilde, kan je in de begeleidende documentairefilm bekijken), weet de Amerikaanse zuiderling even makkelijk de melancholie van een verlaten prairie als de epiek van een leven als outlaw of de opjuttende dynamiek van een richting strijdgewoel galloperend paard perfect te vatten.

Dan Sartain brengt, kortom, op indrukwekkende wijze een hedendaagse ode aan een genre waar hij onmiskenaar een grote voeling mee heeft.

https://www.facebook.com/overfromunderground/