donderdag 21 december 2017

Eindejaarslijstje 2017




Albums (alfabetisch)

Chastity Belt – 'I Used To Spend So Much Time Alone'
Cherry Glazerr – 'Apocalipstick'
Crystal Fairy – 'Crystal Fairy'
Firefang – 'Firefang'
Mark Lanegan – 'Gargoyle'
Matthew Melton – 'Night Life'
John Murry – 'A Short History of Decay'
Protomartyr – 'Relatives In Descent'
R. Ring – 'Ignite the Rest'
Will Sprott – 'Ten Fingers'
Together Pangea – 'Bulls and Roosters'
Warm Soda – 'I Don't Wanna Grow Up'
Who Is She? – 'Seattle Gossip'


Songs (die niet op bovengenoemde albums staan)

Bleached – 'Can You Deal?'
The Breeders – 'Wait in the Car'
The Coathangers – 'Captain's Dead'
Daddy Issues – 'Boys of Summer'
L.A. Witch – 'Kill My Baby Tonight'
Mozes and the Firstborn – 'Tired Asphalt'
Nots – 'In Glass'
Romano Nervoso – 'I'd Rather Kill a Man Than an Animal'
Trapper Schoepp – 'The Scat'
Slow Bear – 'Fucking Off'
ti.po.ta – 'Peki Peki Song'
White Mystery – 'Mars Death Pact'
Scott Yoder – 'Ways of Love'


Optredens (chronologisch)

Death Valley Girls, Antwerp Music City (Antwerpen), 31.01
Fred and Toody, Het Bos (Antwerpen), 12.02
Cherry Glazerr, Trix (Antwerpen), 22.02
Steal Shit Do Drugs, Water Moulin (Doornik), 24.02
Mozes and the Firstborn, RocKing (Eindhoven), 26.04
The Coathangers, Psych over 9000 (Gent), 24.05
Nots, Beursschouwburg (Brussel), 09.06
Bleached, La Zone (Luik), 26.06
Slow Bear, Trefpunt (Gent), 03.07
Boytoy, Le Risquons-tout en goguette (Moeskroen), 12.07
Chastity Belt, Botanique (Brussel), 15.09
Together Pangea, Het Bos (Antwerpen), 18.11
Protomartyr & Heimat, Botanique (Brussel), 21.11


Vooruitzichten

Nieuw materiaal van Feels, Le Butcherettes, Slow Bear, Mozes and the Firstborn, La Luz en Romano Nervoso, hopelijk gepaard gaand met optredens. Trapper Schoepp heeft alvast aangekondigd in april naar Europa te komen.


dinsdag 19 december 2017

Matthew Melton – 'Night Life': woelig jaar met vier platen

Het minste dat je kan stellen is dat 2017 voor Matthew Melton woelig is verlopen. Dat hij vanuit Texas naar Nederland verhuisde had misschien nog het minst impact. Uit onvrede met het voor hen qua gedachtengoed verstikkende muzikantenmilieu lieten Melton en vooral zijn Bosnische eega Doris in een Frans online magazine immers een aantal erg aangebrande opinies optekenen. Als gevolg daarvan liet label Castle Face Records hun gloednieuwe band Dream Machine vallen als een baksteen, zij het slechts nadat er veel misbaar werd gemaakt op de sociale media toen het label zelf ter promo een link postte naar het desbetreffende interview.


Een zeldzame, voorzichtig relativerende stem kwam van de Warm Soda-drummer die erbij was toen de Meltons elkaar op toer ontmoetten, en die qua ideologie absoluut een tegenpool van het echtpaar is. Hij merkte kort op dat het koppel op hem eerder een weirde dan kwaadaardige indruk maakte. Sindsdien lijkt het er wél op dat de Meltons – ogenschijnlijk in een poging een nieuwe afzetmarkt te vinden voor hun platen – zich voor de conservatieve politieke kar laten spannen die in hen een ideale stok ziet om “cultureel links” mee te slaan. Hoe bedenkelijk dit allemaal mag klinken, toch kan je er niet naast kijken dat Matthew Melton dit jaar misschien wel een creatieve piek bereikte.

Op twaalf maanden tijd bracht hij immers maar liefst vier volwaardige lp's op de markt waar stuk voor stuk kwalitatief niets op aan te merken valt. Eerst en vooral plaatste hij in toen nog onverdachte tijden met 'I Don't Wanna Grow Up' een logisch slotakkoord achter Warm Soda. Vlak voor de bom losbarstte lag het seventies-geïnspireerde debuut van Dream Machine kortstondig (voor het teruggetrokken werd) in de rekken. Later releasete Melton op zijn eigen label Fuzz City Records nog achtereenvolgens een solo-plaat en een tweede Dream Machine langspeler.

Over 'Night Life dan. Die klinkt om te beginnen niet meer solo dan de gemiddelde Warm Soda-release. En ook al zorgt Doris voor ondersteunende en sfeervolle toetsen, is het, in tegenstelling tot Dream Machine, geen duo-project. Wel zorgt dit ervoor dat de kloof tussen de jaren 50 en 60-powerpop en de jaren 70-psychrock gedicht wordt. Tevens loeren, middels vaak mechanisch klinkende, snedige drumpartijen en een overdaad aan galm, de jaren 80 geregeld om de hoek.

Binnen de gekende invariabelen zoals daar zijn dansbare grooves, catchy zanglijnen, een onmiskenbare retro-feel, de wat ingehouden manier van zingen en de gebalde, sprankelende frisheid, weet Melton eens te meer gevarieerd en origineel voor de dag te komen. Luister bijvoorbeeld maar eens naar de backingharmonieën van 'Right There Waiting' die weliswaar vertrouwd maar geenszins gerecycleerd in de oren klinken.

Het broeierige 'Hot Night', het aan een Tom Petty-riff opgehangen 'When It All Comes Down' en de jambanderige psych-instrumental 'Night Walk' geven de diversiteit aan in de uitkomst van deze aanpak. Tenslotte valt nog op te merken dat lyrics als “It's right there waiting in the night, in a world that's leaving me behind” en titels als 'Standing in the Dark' beduiden dat de voorbije gebeurtenissen sowieso hun weg naar de thematiek vonden.

Matthew Melton komt over als een eenzaat – die ondertussen weliswaar een lotsbestemmelinge vond – die zich absoluut niet op zijn plaats voelt in de hedendaagse maatschappij en daarom op een nogal ongelukkig uitgedraaide manier zijn heil zoekt in een geïdealiseerd verleden. Dit neemt echter niet weg dat de man een erg getalenteerde muzikant en songschrijver blijft, een gegeven dat hij anno 2017 tot vier maal toe tenvolle bewees.

https://www.facebook.com/Over-from-underground-1466055173714208/



donderdag 7 december 2017

The Hindu Needle Trick – 'Animal Life': prima plaat

Op hun derde plaat (na een debuut-ep en een lp) gaat The Hindu Needle Trick verder op de eerder ingeslagen weg, en het viertal uit Mechelen lijkt almaar beter te worden in wat ze doen. 'Animal Life' brengt eens te meer een catchy combinatie van alternatieve gitaarrock met een summiere bloemlezing uit de mainstream poprockgeschiedenis van pakweg de jaren 70 tot en met de jaren 90. Op die manier hoor je zowel invloeden uit chanson als uit hard-, country- en bluesrock; maar evengoed bevat afsluiter 'Mount Vesuvius' een break die herinneringen oproept aan Rage Against The Machine. Dit neemt daarenboven niet weg dat opener 'Human Time Machine' teert op een stonerriff waar een moderne band als Royal Blood heden ten dage ook nog mee zou kunnen uitpakken.


In een goed gestoffeerde, erg radiovriendelijke productie die geregeld een gitaarsolo laat knetteren en heel wat backingkoortjes aanstekelijk laat harmoniëren, komt de uiterst meezingbare, gebalde, funky single 'I Used to Be a Plastic Bottle' aldus heel natuurlijk op de dezelfde schijf als de langzaam naar een wijdse climax opbouwende, verhalende titelsong te staan. De verscheiden van zijn stem gebruik makende en zijn lyriek dramatisch brengende frontman Roel Spoelders bedient zich vaak van een idioom dat zich aan het genre in kwestie aanpast. Zo spreekt de titel van de opzwepende cowboyrocker 'Prizefighter Blues' voor zich en voelde de tekstschrijver zich in de donkere, bluesy sleper 'Method to My Madness' “Down and out”.

Door constant herkenbare elementen in het geheel te vervlechten en dit af te werken met instant toegankelijke zanglijnen komt 'Animal Life' uitermate goed in het oor te liggen. Binnen de afgebakende grenzen komt The Hindu Needle Trick zowel qua tempo als qua stijl erg gevarieerd voor de dag. Alles bij elkaar genomen kan je dus spreken van een prima eindejaarsplaat.

Voor de locatie van The Hindu Needdle Tricks releaseconcert op 16 december houd je best de bands website in de gaten. Begin volgend jaar kan je hen ook nog live aan het werk zien in onder meer Herselt (Café Pallieter, 19.01). 


woensdag 22 november 2017

Protomartyr & Heimat in Botanique (Brussel) op 21.11.17

De Rotonde van de Botanique wordt stilaan te klein voor Protomartyr. Na twee eerdere Brusselse passages op dezelfde locatie kon eerder deze week voor het eerst het bordje 'Uitverkocht' worden boven gehaald. Met elke nieuwe release lijkt het viertal uit Detroit er systematisch een heleboel fans bij te winnen wat na vierde langspeler 'Relatives In Descent' aldus resulteerde in een helemaal volgepakte zaal.

Zo ver is het nog lang niet als voorprogramma Heimat de avond op gang trapt. Met 'So Traurig' kiest het Franse duo voor een minimalistische, sombere en beklemmende aanloop. Halverwege derde nummer 'Tot und Hoch' verandert de toon – middels zwaardere, repetitieve dreunen en een door Olivier Demeaux kundig uit zijn laptop getoverde almaar rijkere, bezwerende inkleding – resoluut richting opzwepend. Nummers als 'Pompei', 'Wieder Ja' en 'Trocadero' zorgen ervoor dat deze aanpak tot aan afsluiter 'Wek' makkelijk wordt aangehouden. De snerpende vocalen van Armelle Oberle snijden door merg en been en dragen bij aan een unheimliche sfeer.


Hoewel Joe Casey een halfuurtje later nonchalant het podium opwandelt met een large-sized Botanique-beker bier, is opener 'My Chidren' nauwelijks bezig of hij duikelt al een flesje bier en een kroontjeswipper uit de binnenzak van zijn vest op. Dit staat niet in de weg dat Protomartyr een erg geroutineerde indruk wekt. De band is hecht op elkaar ingespeeld en schippert vaardig als één organisme tussen grillige postpunk en scheurende punkrock.

Terwijl de pompende drums van Alex Leonard de troepen veilig langs allerhande tempowisselingen en stijlbreuken loodsen, houdt bassist Scott Davidson er constant de vaart in. Greg Ahee schiet dan weer als vanouds moeiteloos van zweverige, ijle stukken in snedige riffs. Hierboven declameert, schreeuwt en croont (telkens met eenzelfde verbetenheid) Casey zijn wereldpessimistische lyrics.

Aangevuld met ouder werk zoals 'Dope Cloud', 'Ain't So Simple' 'What the Wall Said', bevat de hoofdmoot van de setopbouw haast vanzelfsprekend recente songs uit de nieuwe plaat. In zijn geheel vallen er zo weinig verrassingen te rapen, maar dat maakt het daarom niet minder goed. Na het dreunend afsluitende 'Half Sister' krijgt het publiek er met 'Why Does It Shake?' en 'Scum, Rise!' dan nog twee favorieten tegenaan gegooid als toegift op een even energieke als professioneel gebrachte show.


zondag 19 november 2017

Together Pangea en Lookapony in Het Bos (Antwerpen) op 18.11.17

Together Pangea's promotour voor hun uitstekende nieuwste worp 'Bulls and Roosters' hield halt in Het Bos, een setting waar de alternatieve rockband rond William Keegan eerder al bewees erg goed in te gedijen. De Californiërs werden in Antwerpen dan ook met open armen ontvangen door een enthousiast publiek dat klaarblijkelijk al erg vertrouwd was met deze recente plaat.

Opwarmer van dienst is Lookapony. Aangedreven door strak voortjakkerende drums trekt het kwartet een stevige gitaarmuur op waarboven de no-nonsense frontman instant herkenbare zanglijnen neerlegt. Op die manier weten de Eindhovenaars hun garagerock verschillende richtingen uit te sturen, gaande van up-tempo rammelrockend over postpunkerig en hypnotizerend tot grungy.


Together Pangea speelt ondertussen al enkele jaren met extra gitarist Roland Cosio als vast bandlid, en dat is te merken aan het uiterst soepele, speels moeiteloze samenspel. Het stelt de band in staat een enorm breed palet aan nuances in de hechte dynamiek te brengen waardoor Keegan met des te meer gevoel en intensiteit zijn uitstekende songs weet te brengen. Een met subtiele backings opgesmukte indrukwekkende totaalsound zit boordevol catchy hooks die het geheel constant dansbaar houden. Dat heeft zijn invloed op de toeschouwers die zich al snel omvormen tot een ritmisch kolkende massa waar zich vanaf vierde nummer 'Better Find Out' geregeld een stagediver of crowdsurfer uit losmaakt.

Uiteraard is Together Pangea hoofdzakelijk gekomen om 'Bulls and Roosters' voor te stellen waar het viertal dan ook uitgebreid tijd aan besteedt in de setlist. Onder andere het heftige 'Better Find Out', het intense, ingetogen 'The Cold' en het door bassist Danny Bengston gezongen rootsy 'Alison' bewijzen, met aanstekelijkheid als grootst gemene deler, hoe gevarieerd die plaat wel niet is. Toch wordt ook het verleden van de groep allerminst over het hoofd gezien. Opener 'Looked In Two' komt als enige vanop 'The Phage', maar met onder meer 'No Feelin'' en 'Too Drunk to Come' ('Living Dummy') en 'Offer', 'River' en afsluiter 'Sick Shit' ('Badillac') komen ook de eerdere albums ruimschoots aan bod.

Op een kleine veertig minuten tijd brengen Keegan en co een vijftiental nummers die stuk voor stuk potentieel hitmateriaal zijn. Als je echter hun oeuvre even overloopt besef je dat ze er nog eens een minstens even lange lap op hadden kunnen geven met evenwaardig werk. Na een met het van een sludgy intro voorziene 'Alive' aangevatte, druk gesolliciteerde, korte, explosieve bisronde zit de avond er helaas definitief op, waarna je enkel kan concluderen dat je een absolute topband aan het werk gezien hebt zowel qua samenspel, energie, intensiteit als qua songschrijfkunde. Together Pangea lijkt er met de jaren zelfs steeds beter op te worden.

Wie dit moest missen krijgt vanavond nog een herkansing in Leffinge (De Zwerver) of begin volgende week in Amsterdam (20.11, Paradiso Noord) en Eindhoven (22.11, Effenaar).


vrijdag 17 november 2017

Romano Nervoso in Café Café (Hasselt) op 16.11.17

Sinds de flamboyante frontman, die van turquoise oogschaduw en een zilveren glitterbroek zijn handelsmerk maakte, zichzelf met de groepsnaam laat aanspreken en er enkele bezettingswissels werden doorgevoerd lijkt Romano Nervoso zich steeds nadrukkelijker te profileren als solo-act met begeleidingsband. En dat valt ook te verantwoorden. Met zijn natuurlijke glamrock-flair en theatrale performance trekt Romano immers niet alleen de hoofdmoot van de aandacht naar zich toe, maar zorgt hij er eveneens voor dat het flirten met het karikaturale de balans altijd richting juiste kant laat hellen. Tevens leidt hij de aandacht er wat vanaf dat de rockcliché's allerminst geschuwd worden en dat sommige nummers onderling nogal inwisselbaar over komen. 


Een slimme setopbouw zorgt, aanvattend met 'The Man/The Woman' in het Hasseltse Café Café voor een ijzersterk, furieus openingskwartier dat vooral de catchy punkrockkant van het ensemble veruitwendigt, waarna up-tempo en bluesy slepend iets meer in afwisseling worden geplaatst. De band trekt een strakke, luide en dansbare wall of sound op en geeft op de juiste momenten extra push met aanstekelijke backings. Naar goede gewoonte geeft Romano uiting aan zijn trots op zijn afkomst door een richtingaanwijzer naar thuisstad La Louvière mee het podium op te zeulen. Uiteraard zet hij ook uitgebreid zijn Italiaanse roots in de verf. Zo gaat aan het moordzuchtige 'Psicotico Blues' een praatje vooraf betreffende de Squadra Azzurra die zich deze week uitgeschakeld zag van deelname aan het WK voetbal volgend jaar.

Met onder meer 'The Feeling', 'Glamrock Christmas', 'Superstar', 'Power of Love' en 'Rocking Machine' put het vijftal hoofdzakelijk uit reeds uitgebracht werk waardoor ze nog niet al te veel prijs geven aangaande de voor februari geplande nieuwe plaat. Wel bewijst vooruitgeschoven single 'Rather Kill a Man than an Animal' ook live tot het sterkste werk van Romano Nervoso te behoren. Na een dikke drie kwartier krijgt de reguliere set een explosief orgelpunt met lijflied 'Mangia Spaghetti'.

Hier wordt al snel een vervolg aan gebreid met een bisronde die van start gaat met The Undertones' 'Teenage Kicks', een nummer dat perfect samenvat waar het muzikale project een groot deel van de inspiratie vandaan haalt. De gashendel wordt vervolgens nog een tiental minuten open getrokken, en wie nog zat te wachten op de tot 'Maria' omgedoopte bewerking van Christophes 'Aline' moet het doen met de originele versie die tijdens het verlaten van het podium door de boxen schalt. In zijn geheel zorgde Romano Nervoso op die manier voor een energieke, dynamische en theatraal meeslepende rockshow.


vrijdag 27 oktober 2017

Heimat – 'Heimat': eenvoud, directheid en ijzingwekkende kilte

Wie van plan is op 21 november naar Protomartyr in de Botanique te gaan, zakt die dag maar beter op tijd af richting Brussel. Voorprogramma Heimat belooft immers zeker en vast de moeite waard te worden. Begin 2016 debuteerde dit Franse duo, dat eerder al zijn strepen verdiende bij onder meer The Dreams en Cheveu, met een ijzersterk, zelfgetiteld album.


Vanaf de zich heen en weer kronkelend ontplooiende opener 'Wieder Ja!' wekt knoppendraaier Olivier Demeaux met elektronische klanken een kil, desperaat landschap tot leven waarboven de krachtige vocalen van Armelle Oberle – die zich op twee in het Italiaans gebrachte nummers na van het Duits bedient – als een mes door de boter snijden. De frontvrouw combineert in haar zanglijnen de eenvoud en directheid van nursery rhymes, terwijl Demeaux dan weer een aanzienlijk arsenaal met basklanken aangedikte, onheilspellende drones neerlegt waarrond doorgaans een heleboel nerveus springerige beats cirkelen. Waar de verdere inkleding bij momenten erg minimalistisch blijft (bv. 'Dein Architect') laat een meer uitgewerkte songs zoals 'Pompei' zich haast beluisteren als een hedendaagse versie van Kurt Weills volksklassiek.

Binnen het aldus gebrachte cold wave-genre weet Heimat voor heel wat variatie te zorgen en tegelijkertijd op elk moment uiterst aanstekelijk voor de dag te komen. De debuutplaat van het tweetal is zowel edgy en artistiek als intrigerend en meeslepend.

https://www.facebook.com/Over-from-underground-1466055173714208/

donderdag 12 oktober 2017

Protomartyr – 'Relatives In Descent': logisch vervolg

'A Private Understanding', vooruitgeschoven single en tevens openingsnummer van 'Relatives In Descent, bevat op zich alle hoofdingrediënten waarmee je Protomartyrs alweer aan zijn vierde langspeler toe zijnde oeuvre kan samen puzzelen: Een stevige, repetitieve, haast riffachtige drumpartij met een bevlogen declamerende Joe Casey terwijl de ritmesectie ijl sfeerscheppend haar eigen ding doet en hier slechts ternauwernood niet mee vloekt, gevolgd door een noiseuitbarsting waarbij bas en drums plots efficiënt de gitaar gaan ondersteunen en de frontman zich de longen uit het lijf schreeuwt; na een herhaling van deze sequentie onttrekt zich als toemaat uit de heen en weer stuiterende geluidsgolven nog een even simpele als melodieus wondermooie, overtuigend gecroonde zangpartij.


Waar het meeslepende 'Windsor Hum' – overigens één van de hoogtepunten van de plaat – min of meer hetzelfde patroon volgt, kan het kwartet uit Detroit met slechts enkele van deze elementen immers even makkelijk een woeste punkrocker zoals 'Male Plague' als 'Night-Blooming Cereus' dat ijl kabbelend aanvat om via een exponentiële curve in een melancholische, catchy climax uit te monden, uit de pen toveren. Het hele album lang klinkt Casey daarenboven even verbeten als altijd, en brengt hij met zijn diepe bariton strijdvaardigheid in de unheimliche chaos. Zijn aan het dagelijkse leven gerelateerde, symbolistisch metafysische beat-poëzie blijft op elk moment intrigeren. Met het dreinende 'Half Sister' wordt het meest aanstekelijke nummer nog tot het laatst bewaard.

Protomartyr verhuisde haast geruisloos van Hardly Art naar Domino. 'Relatives In Descent' beweegt zich evenwel binnen de op 'The Agent Intellect' uitgezette lijnen en vormt een logisch vervolg op deze twee jaar oude plaat.

Protomartyr live aan het werk zien kan binnenkort onder meer in Brussel (21.11, Botanique).


vrijdag 6 oktober 2017

Who Is She? – 'Seattle Gossip': koffieklets met drie-akkoorden punk

Na Childbirth is Who Is She? alweer een nieuwe band waarin Julia Shapiro (Chastity Belt) en Bree McKenna (Tacocat) elkaar wonderwel weten te vinden. In de plaats van Stacy Peck completeert deze keer Robin Edwards (Lisa Prank) het trio. Terwijl Shapiro de drums voor haar rekening neemt, is laatsgenoemde verantwoordelijk voor het rechttoe rechtane gitaarwerk en de dito leadvocalen. 


Op de van een sludgy inslag voorziene afsluiter 'Angry Bitches' na, staat 'Seattle Gossip' bol van een soort spontane, ongecompliceerde en lofi drie-akkoorden punkrock. Voor je het goed en wel beseft is het album evenwel alweer voorbij. Na nog niet eens twintig minuten passeerden immers elf nummers de revue, waardoor de muziek zich even vluchtig presenteert als de thematiek, die wat het midden houdt tussen cafépraat en koffieklets. Waar het gros van het materiaal namelijk trouw blijft aan het oorspronkelijk vooropgestelde concept om de lyrics steeds op te hangen aan de romantische advertentiesectie van een lokale (Seattle) krant, werpen onder meer ook Myspace, Courtney Cox en romcoms zich op tot topic.

Dit alles neemt niet weg dat de plaat, zolang die bezig is, behoorlijk opzwepend en aanstekelijk werkt en tegelijkertijd charmant overkomt in zijn semi-naïeviteit. Verder kan je relevantie vinden in de ongegeneerde blik die geworpen wordt op de gespreksonderwerpen van prille dertigers in de grootstad op momenten dat het allemaal wat minder zwaar op de hand mag zijn. Een gesimplifieerde cover van Elliot Smith's 'Whatever' illustreert misschien nog best het hele opzet van het project: je intuïtief laten leiden door wat dagdagelijks in je hoofd en hart op komt.

Met 'Seattle Gossip' eist Who Is She? zich op die manier het recht op om louter voor het plezier een heleboel vergankelijke nummers op plaat te zetten en zowat elk onderwerp – hoe oppervlakkig ook – tot songthema te verheffen. 

https://www.facebook.com/Over-from-underground-1466055173714208/

donderdag 5 oktober 2017

Will Sprott – 'Ten Fingers': doorleefd, intens en catchy

Op vocaal vlak combineert Will Sprott de techniek en passie van soul met het timbre en de doorleefdheid van country en de directheid en intensiteit van traditionele Amerikaanse folk. Daarnaast is de vroegere frontman van The Mumlers ook nog eens een uitmuntende gitarist en songschrijver die zijn hang naar oldies pop niet onder stoelen of banken steekt, maar eerder tot een meeslepend geheel smeedt met voornoemde genres. 


Ingekapseld tussen twee bucolisch romantische, tragere nummers (het kabbelend openende 'Sitting on a Log' en de spitant nostalgische afsluiter 'Mowing the Lawn') zoekt 'Ten Fingers' overtuigend alle hoeken van Sprotts op Americana geënte indie op, wat de momenteel in L.A. residerende songschrijver in staat stelt het swinggroovende 'My Name' op natuurlijke wijze naast het jachtig opzwepende 'She-La' en de ijle instrumental 'The Purse' te plaatsen.

In vergelijking met solo-debuut 'Vorte Numbers' komt deze nieuwe langspeler daarenboven iets compacter en gebalder voor de dag, en dat ligt niet enkel aan de lengte van de songs die slechts sporadisch (en desgevallend ook maar kort) de drieminutengrens overschrijden. Ook het soepele, vaartbrengende drumspel van Marian Li Pino (La Luz) speelt hierin een rol, net als de even karaktervolle als heldere productie die – hoewel reeds goed gestoffeerd met onder meer toetsen en extra gitaren – ruimte laat voor heel wat harmonieuze backingkoortjes.

Met 'Ten Fingers' levert Will Sprott, kortom, nogmaals een uitstekende, zich tegelijkertijd catchy en sfeervol presenterende plaat af die de adem van het verleden nadrukkelijk met zich meedraagt en toch stevig met de voeten in het heden staat.

https://www.facebook.com/Over-from-underground-1466055173714208/

donderdag 28 september 2017

L.A. Witch – 'L.A. Witch': onheilspellende garagesurfrock

Na enkele losse singles maken de dames van L.A. Witch nu ook hun langspeeldebuut. Thematisch vat het zelfgetitelde album aan met een intentieverklaring die kan tellen: “I'm gonna kill my baby tonight, this way he'll forever be mine” (de genaamde Brian' uit het tweede nummer weze gewaaarschuwd). Daarnaast maak je meteen ook kennis met de belangrijkste pijlers waar de gothic garagesurf van het trio uit L.A. solide op rust, zijnde de monotone, kil snerpende, in galm gedrenkte vocalen van Sade Sanchez, surfgitaren die alle aspecten van het genre bestrijken en de even basic als meeslepend groovende ritmesectie.

Binnen het door deze vaste parameters afgebakende terrein weet de band echter ruimschoots voldoende verscheiden voor de dag te komen om negen songs lang te blijven boeien. Zo vormen onder meer het licht psychedelisch hypnotizerende 'You Love Nothing', de onheilspellende sleper 'Baby in Blue Jeans', het stevige, up tempo, aan een van Sonic Youth geleende riff opgehangen 'Drive Your Car' en het grungy 'Feel Alright' een erg organisch overkomende symbiose.

Op die manier debuteert L.A. Witch uitstekend met een donkere, gevarieerde en toch samenhangende, dynamische en dreigende plaat.



zaterdag 16 september 2017

Chastity Belt in de Botanique (Brussel) op 15.09.17

Eén van Chastity Belts voornaamste troeven lag hem altijd al in de uitgesproken vocalen van frontvrouw Julia Shapiro die in cohesie met de lyrics even makkelijk bijtend sarcastisch als emotioneel doorleefd voor de dag komen. Toen we het viertal uit Seattle bij hun vorige Europese passage aan het werk zagen in een double bill met Bully, ging de kracht van de band dan ook voor een groot deel aan de aanwezigen voorbij, vermits Shapiro wegens ziekte met ernstige stemproblemen kampte.


Van bij opener 'Complain' wordt meteen duidelijk dat van dit euvel absoluut geen sprake is in de Witloof Bar van de Botanique. Shapiro is namelijk erg goed bij stem en zingt beheerst, krachtig en gevarieerd. Met het als tweede gereserveerde 'Caught in a Lie' wordt snel duidelijk dat Chasity Belt hoofdzakelijk gekomen is om recentste worp 'I Used to Spend So Much Time Alone' voor te stellen, wat zijn invloed heeft op de neergelegde sfeer.

Het introspectieve album met de typische, dooreenstrengelende, fijne gitaarlijntjes leunt bij momenten immers erg dicht bij slowcore aan. Het geeft Gretchen Grimm alleszins de kans haar spaarzame drumslagen meticuleus richting perfecte plaats te mikken. Het tempo van 'Drone', één van de weinige uit 'Time to Go Home' geplukte nummers in de setlist, wordt dan ook danig naar beneden gehaald in vergelijking met de studioversie. Toch weten gitariste Lydia Lund en bassiste Annie Truscott de groove de hele tijd frivool en levendig te houden.

Na een lang uitgesponnen, traag de emoties naar boven halende start wint het optreden via 'Time to Go Home' haast ongemerkt aan energie en kracht waardoor met 'Different Now' en '5am' alsnog een dynamische orgelpunt op de avond kan worden gezet. Als toegift staat hierna enkel nog 'Seattle Party' uit debuut 'No Regerts' op het programma dat bewees dat Chastity Belt met een fitte Shapiro moeiteloos en schijnbaar nonchalant in staat is een bij de keel grijpende prestatie af te leveren.


dinsdag 5 september 2017

Together Pangea – 'Bulls and Roosters': nieuwe stap in de evolutie

Na garagepunkblauwdruk 'Living Dummy' en het hieropvolgende, tegelijkertijd heavy en meeslepend catchy duo 'Badillac' (lp) en 'The Phage' (ep) zet Together Pangea met hun recentste een nieuwe stap in de evolutie. Op 'Bulls and Roosters' heeft het retropopelement qua feeling immers overduidelijk de bovenhand genomen. Dit laat zich onder meer merken in de melancholisch sprankelende, melodieuze zanglijnen, de meer prominente rol die is weggelegd voor Roland Cosio's in reverb gedrenkte gitaarpartijen, het veelvuldig gebruik van harmonieuze backings en de lichtvoetig strakke, laidback drums.


Leg bijvoorbeeld 'Peach Mirror' maar eens naast 'Blue Mirror' van op 'The Phage' – die beide drijven op een verwante riedel maar qua resultaat toch ver uit elkaar liggen – en de ingeslagen richting wordt meteen duidelijk. Dit neemt niet weg dat frontman William Keegan lijzig as ever klinkt en dat met 'Better Find Out' en 'Southern Comfort' ook nu nog steeds enkele ziedende lappen punkrock hun weg naar de plaat vonden.

Terwijl Together Pangea stilaan het balorige, dat vroeger zowat het handelsmerk was, wat achter zich lijkt te laten, boet het viertal uit L.A. niets in aan intensiteit, vaart, dynamiek en aanstekelijkheid. Dat naast de geniale songschrijver die Keegan nog steeds is, ook bassist Danny Bengston op 'Bulls and Roosters' met drie songs bewijst het métier prima onder de knie te hebben, maakt de aanwezige weelde daarenboven alleen maar groter.

Together Pangea kan je dit najaar live aan het werk zien in onder andere Antwerpen (Het Bos, 18.11), Leffinge (De Zwerver, 19.11), Amsterdam (Paradiso Noord, 20.11) en Eindhoven (De Effenaar, 22.11). 


woensdag 23 augustus 2017

John Murry – 'A Short History of Decay': tot op het bot

Naar eigen zeggen wordt de van oorsprong uit Mississipi afkomstige John Murry reeds zijn hele leven geteisterd door demonen die al generaties lang in zijn familie ronddwalen en waar ook zijn adoptie-voorvader William Faulkner onder gebukt ging. Als bestrijdingsmiddel bracht een – ondertussen overwonnen – knoert van een een heroïneverslaving uiteraard weinig soelaas, ze maakte de mee te torsen ballast daarentegen nog een pak zwaarder. Een vlucht ver weg van het immer opduikende verleden die hem via Californië naar Ierland bracht, bleek een succesvoller recept. In zoverre zelfs dat de man zich ondertussen voor een documentaire liet verleiden om terug te keren naar zijn geboortegrond en zo onvervaard de geesten uit een voorbije tijd recht in de ogen te kijken.


Niettemin draagt hij voldoende herinneringen met zich mee om op 'A Short History of Decay' emotioneel nog eens helemaal tot op het bot te gaan en de geleverde innerlijke strijd muzikaal te veruitwendigen. Het mag niet verwonderen dat deze langspeler pikdonker van toon is, iets waar Murry's diepe bariton zich uitermate goed toe leent. Uit het sombere declameerzingen weet de zwaarmoedige troubadour telkens weer, al dan niet met behulp van de harmonische backings van vroegere The Pogues-bassiste Cait O'Riordan, een uiterst catchy refrein te trekken.

Dit lukt hem zowel bij het trager slepende, maar immer aanstekelijk groovende (bij 'One Day (You'll Die)' zelfs op een reggae-beat) materiaal zoals 'Wrong Man' als op de hiermee organisch in sequentie geplaatste up-tempo lofirocknummers (bijvoorbeeld 'Under a Darker Moon' en 'Defacing Sunday Bulletins'). De afsluitende, ingetogen cover van The Afghan Whigs' 'What Jail Is Like' past hierbij helemaal in het plaatje.

In vergelijking met de ruim vier jaar oude voorloper 'The Graceless Age' blinkt deze nieuwe plaat daarenboven uit in consistentie. Niet alleen qua kwaliteit van de songs – het debuut moest het meer hebben van enkele absolute uitschieters die alterneerden met vaak te lang uitgesponnen, zich wat in richtingloosheid verliezende nummers – maar ook op het vlak de productie die zich in handen van Cowboy Junkie Michael Timmins veel meer straighforward en een pak efficiënter presenteert.

Kortom, liefhebbers van pakweg Nick Cave, Mark Lanegan en Warren Zevon zullen in John Murry's 'A Short History of Decay' ongetwijfeld ook iets naar hun gading vinden.

https://www.facebook.com/Over-from-underground

dinsdag 8 augustus 2017

Daddy Issues – 'Deep Dream': jaren 90-gitaarrock

Net als pakweg Bully en Speedy Ortiz grijpt Daddy Issues terug naar de poppy gitaarrock uit het tweede kwart van de jaren 90, toen fuzz en feedback een radiovriendelijke productie allerminst in de weg stonden. Op debuut 'Deep Dream' roept het trio uit Nashville dan ook levendige herinneringen op aan bands zoals Magnapop, Juliana Hatfield en Belly.


Deze langspeler bevat een tiental gestroomlijnde, opgepoetst vuile, midtempo gitaarsongs die hun dynamiek hoofdzakelijk halen uit de zachte strofes, harde refreinen-afwisseling. De goed in het oor liggende, heldere, dikwijls lieflijke en warm melancholische vocalen zoeken zelden opzichtig de grens op maar verraden tegelijkertijd voldoende emotie om het geheel diepgang te verlenen. Bijna-afsluiter 'Boys of Summer' is een Don Henely-cover en behoudt ondanks eenzelfde aanpak een prominente eightiesfeel waardoor het zich duidelijk profileert als het buitenbeentje op een verder nogal uniform, qua kwaliteit overigens prima, album.


zaterdag 22 juli 2017

Interview Firefang: “Aan de rand van de maatschappij gebeuren de interessanste dingen.”

Zelfs nu juli al met rasse schreden zijn einde nadert, staat Firefangs debuut hier nog steeds met stip genoteerd in het lijstje met favoriete releases van het huidige jaar. Deze bezielde langspeler plaatst de song helemaal centraal en draagt overduidelijk waarden als authenticiteit, non-conformisme, integriteit en engagement uit. Dat deze zaken in het meest gemediatiseerde deel van het hedendaagse muzieklandschap – in tegenstelling tot enkele periodes uit het verleden – doorgaans helemaal naar de achtergrond gedrukt al dan niet gecorrumpeerd worden en hier alsnog prominent aan de oppervlakte figureren, heeft zo zijn redenen, komen we te weten in een ontspannen gesprek met frontman Steven De Poorter, bassist Bram Dewilde en drummer Maarten Buyst, een klein uurtje voor ze op een podium in het Gentse het beste van zichzelf geven.

De Poorter: Op de plaat staan allemaal nummers die ik lang geleden schreef, maar nooit heb opgenomen. Vroeger speelde ik die in een band die verschillende namen heeft gehad zoals Maitreya en Confused. Ik ben dan voor een paar jaar naar het buitenland verhuisd wat het einde van dat project betekende. We hadden redelijk wat opgetreden zonder ooit iets uit te brengen. Vervolgens speelde ik in behoorlijk veel andere bands, genregewijs voornamelijk richting bluegrass, country en psychedelic folk, en toen ik terug kwam in België had ik enorm veel zin om die songs van daarvoor alsnog vast te leggen, gewoon omdat ik ze zo goed vond. En daar komt bij dat ik er echt naar snakte om weer eens iets harders te gaan doen.


Dewilde: Steven heeft het album dan opgenomen voor Maarten en ik bij de groep kwamen.
De Poorter: Er was inderdaad geen band op dat moment, dus ik heb gewoon die gasten van vroeger gevraagd om eenmalig de studio in te duiken. We boekten een dag opnameruimte, repeteerden een week en speelden op één werkdag tweeënveertig takes in, zodanig dat we de basistracks hadden; enkel bas, drums en electrische gitaar dus. Daarna heb ik de rest op mijn kamertje geproducet: de vocalen ingezongen en de leadgitaren toegevoegd, hier en daar met de hulp van verschillende mensen, maar hoofdzakelijk alleen. Voor de mix ben ik ook zelf verantwoordelijk, waar ik de mastering dan weer wel uitbesteedde. Op die manier heeft de productie van de cd me in totaal slechts zeshonderd euro gekost, driehonderd euro voor een dag studio en nog eens evenveel voor de mastering.

En toen wilde je die nummers hoogstwaarschijnlijk weer live op een podium gaan presenteren, maar stond je daar zonder groepsleden?
De Poorter: Inderdaad. Die vorige band had geen tijd meer om te spelen omdat ze ondertussen allemaal een deftige job hadden en daarbovenop richtten ze een Elvis-coverband op die veel succesvoller was en waar ze geld mee verdienden op bachelorfeestjes en dergelijke. Ik heb het album een jaar laten liggen tot ik met Maarten in contact kwam via het internet en we samen begonnen te repeteren.
Buyst: Ik drum al sinds mijn twintigste, dus al zowat tien jaar, constant in verschillende bands die komen en gaan, terwijl ik eigenlijk altijd op zoek was naar iets in de stijl van Firefang. Uiteindelijk had ik dat dus gevonden.
Dewilde: En dan stak het toeval een handje toe. Ik ben ook nog boeker voor andere groepen zoals Equinox, the Peacekeeper waar Steven banjo bij speelt. Na een optreden van hen in Trefpunt stonden we samen buiten met een gemeenschappelijke vriend die langs zijn neus weg opmerkte dat ik bas speelde en hij nog een bassist zocht. En voila...

Hoewel jullie qua stijl heden ten dage een tamelijk op zichzelf staande plaats innemen, opent jullie plaat met enkele nummers die best wel bij de bloeiende Belgische garagerockgolf zou kunnen passen. Zoeken en vinden jullie daar aansluiting bij?
De Poorter: Bewust zoeken niet, neen; vinden, misschien wel, maar we zijn daar zo niet mee bezig, we hebben geen groot promoplan.
Dewilde: Ik voel daar wel een soort natuurlijke affiniteit mee en ik ben ook goed bevriend met enkele van die groepen zoals The Glücks en Mind Rays. Ik heb die bijvoorbeeld ook al geprogrammeerd in een krakerscafeetje hier in Gent, één van mijn passies. Dus moesten we eens samen op een affiche terecht komen, zou ik dat natuurlijk geweldig vinden. Ook al is onze muziek op het gebied van genre toch iets anders, dat is wel een feit.

Hebben jullie bepaalde verwachtingen? Wat hopen jullie te bereiken met Firefang?
Dewilde: We kunnen alleen maar zelf ons best doen en dan zien we wel wat er op ons afkomt. We zijn alleszins al heel tevreden met de vele positieve recensies die we kregen. Wel vind ik het wat jammer dat ik weinig tijd over had om shows te boeken voor deze zomer. Ik denk dat we er pas in het najaar terug stevig kunnen invliegen. Er staat een nieuwe clip op het programma, en we gaan aan een opvolger voor de cd beginnen.
De Poorter: Bram doet zijn best. (schertsend) Toch denk ik dat ik beter een Youtube-kanaal opstart om bekend te worden, dat is namelijk veel efficiënter tegenwoordig. (ernstig) Muziek is niet meer in, weet je, het gaat vandaag de dag meer over attitude.

Valt voor dat toekomstige album dan een stijlbreuk te verwachten omdat er zoveel tijd tussen zit in vergelijking met het schrijven van de vorige?
Buyst: We zijn een energieke band en dat zal zeker zo blijven.
De Poorter: Melodie is essentieel voor mij en ook dat zal niet veranderen. Ik ben niet van plan met nummers af te komen die enkel om de sound draaien. Het vertrekpunt is steevast de song zelf. Ik ben trouwens nooit gestopt met schrijven, dus het is niet zo dat ik eerst wat roest moet wegwerken. Daarom denk ik dat er in dat opzicht niet echt een groot verschil te merken zal zijn. Ons idee is verder om een homestudio te maken in een nieuw boerderijtje dat we proberen te kraken zodanig dat we bij de opnames zoveel mogelijk live kunnen spelen. Dat werkt voor mij immers het best qua flow.
Dewilde: En je kan daar dan eigenlijk ook gewoon repeteren en dat opnemen. Stel dat er iets interessants tussen zit, dan kunnen we dat meteen gebruiken. We hebben momenteel al zeker een stuk of acht ideeën voor nieuwe nummers.


De Poorter: Soundsgewijs hoop ik op een iets betere productie, zonder te overdrijven uiteraard. Soms wil ik minimalistisch en lofi gaan à la Dead Moon omdat dat tot mijn lievelingsmuziek behoort, maar evengoed wil ik er daarnaast nog iets psychedelisch in krijgen. Het zal een verrassing worden...
Dewilde: We hebben overigens ook al wat repetitievere dingen geprobeerd, en ik ben daar zeker voor te vinden.
De Poorter: Wist je trouwens dat we, zonder resultaat helaas, vorig jaar al nieuwe opnames gemaakt hebben? We mochten gratis opnemen in Motormusic, de studio van Clouseau en Milow godbetert, via een stagiair waar Maarten bevriend mee was.
Buyst: Toen nog wel, ja.
De Poorter: We hebben twee supertoffe covers opgenomen, 'God' van John Lennon en 'Fallin'' van Alicia Keys. Vervolgens duurde het erg lang voor we iets concreets doorgestuurd kregen, en toen is Maarten een soort Facebookgevecht begonnen. Het laatste dat we hoorden was dan dat onze bestanden gewist zijn. Spijtig, maar ook niet meer dan dat. We gaan dat zelf zeker nog eens over doen en minstens even goed. Eigenlijk wilde ik maar even illustreren waarom we Maarten zo weinig mogelijk aan het woord laten in het openbaar. (lacht)

Hoe belangrijk zijn de lyrics in het geheel van Firefang?
De Poorter: Ik heb ook nog een akoestisch project, A Drifters Heart genaamd, dat mijn zachtere kant veruitwendigt, en daarvoor heb ik altijd goed over de lyrics nagedacht. Ze behandelen persoonlijke en politieke vragen waar ik mee zit, terwijl Firefang meer mijn woedende kant naar buiten brengt. Uiteindelijk zijn beide dingen behoorlijk existentieel qua thema's, al moet ik zeggen dat ik daar ten tijde van het schrijven van ons debuut minder mee bezig was.

Toch zitten daar al behoorlijk wat aanklachtnummers tussen.
De Poorter: Ik ben dan ook echt een anarchist. Ik kraak al jaren, en ik heb bijvoorbeeld in het Lappersfort gewoond tijdens de bosbezetting. Vandaar dat ik de hele muziekindustrie een grote grap vind; dat is puur kapitalisme en ze kunnen echt wel mijn rug op. Ik wil muziek maken voor mensen en dat is het. Met al dat ego en geld wil ik niets te maken hebben. Als ik heel mijn leven in kraakpandjes blijf spelen, zal ik dat waarschijnlijk leuker vinden dan om het even wat. Ik heb niet echt de ambitie om bekend te worden met mijn muziek. Aan de rand van de maatschappij gebeuren de interessantste dingen en voor mij is het helemaal oké om daar te vertoeven, want heel die mainstream popcultuur is gewoon ziekelijk.
Dewilde: Langs de andere kant is er natuurlijk wel een verschil tussen het Sportpaleis etcetera en clubs zoals 4AD waar we ons releaseconcert hebben gegeven. In dat soort coole, iets officiëlere zaken voelen we ons zeker ook erg in onze schik.


De Poorter: Bram doet dat boeken trouwens heel goed. Hij vindt de interessantste plekken voor ons om op te treden. In Gent zijn we op de meeste plaatsen waar ik zou willen concerteren al geweest; ik heb het dan over Trefpunt en Kinky Star enzo. In de Charlatan kom ik dan weer liever niet terecht. Ik heb overigens zelf ook lang de bookings gedaan in 't Landhuis toen ik daar woonde, waardoor ik aan den lijve ondervond dat er echt een subcultuur van supergoede muziek bestaat die gewoon van kraakpand naar alternatieve scene gaat. Daar gebeurt het uiteindelijk qua muziek, daar kan je nog dingen zien die je verrassen en die leuk zijn, en je wordt er niet aanzien als een wandelende portefeuille. Je kan er voor een halve of een hele euro een pintje krijgen, iedereen is welkom en de muziek leeft. Ik zie daarbuiten gewoon niet veel plaatsen waar ik echt graag wil optreden.
Dewilde: We kunnen onszelf trouwens best wel relativeren hoor. We willen live ook niet al te ernstig overkomen. Soms trek ik bijvoorbeeld wel eens vrouwenkleren aan en van die dingen; niet puur voor de gimmick, maar om te tonen dat we ons ook niet al te serieus pakken.
De Poorter: Tegelijkertijd is dat toch ook een manier om onze steun te betuigen aan het feminisme en de queer-gemeenschap. Indien mensen die naar stoere muziek luisteren, last hebben van vrouwen en homo's, dan is het misschien wel confronterend als Bram daar in een jurk staat.
Buyst: (contemplatief) We proberen muziek te maken met een hart...
(De Poorter en Dewilde proesten het uit)


donderdag 13 juli 2017

Boytoy in Le Risquons-tout en goguette (Moeskroen) op 12.07.17

Het duurde lang eer Boytoy ook enkele data op Belgische bodem aan hun Europese touragenda kon toevoegen. Krijg je volgende maandag (17.07) de gelegenheid het trio uit Brooklyn, net zoals vorig jaar, aan het werk zien in Le Chaff (Brussel), tekenden ze gisteren al present op een boogscheut van de Franse grens. Le Risquons-tout en goguette herbergt een sfeervol zaaltje met kraakpanduitstraling waar een prima geluidsmix kan worden neergezet.


Boytoy vindt hier een ideale setting om hun aanstekelijke gitaarrock met wortels in zowel de jaren 90 als 60 naar het publiek, dat trouwens talrijk is opgedaagd, te brengen. Wordt de band, indien ze tijd heeft, live al eens bijgestaan door La Luz' bassiste Lena Simon, trekken de dames nu – aangejaagd door de rechtdoor dokkerende drums van Chase Noelle – met z'n drieën een stevige geluidsmuur op waarbij Saara Untracht-Oakner doorgaans de ritmegitaar voor haar rekening neemt waarrond Glenn Van Dyke kundig een heleboel licks, riedels en solo's drappeert.

Op dezelfde manier weeft laatstgenoemde kwistig backings rond de helder en krachtig doorkomende vocalen van Untracht-Oakner, al schieten ze geregeld even onverwacht als organisch en overtuigend richting lead. Snedig materiaal ruimt bijwijlen plaats voor (altijd even aanstekelijk) loom-groovender werk. Met onder meer opener 'Your Girl', 'Building an Empire' en 'Sailor Jenny' ligt de focus voornamelijk op de alweer twee jaar oude langspeler 'Grackle'. Aangevuld met recente single 'Want', 'Blazed' uit het titelloze debuut en enkele covers (van sixties bands The Barbarians en The Eyes) brengt Boytoy zo een catchy, energieke en dynamische set. Op uitdrukkelijk verzoek vanuit de zaal leidt 'Postal' nog een korte en krachtige bisronde in die een opzwepend punt achter een uitstekend concert plaatst.


dinsdag 4 juli 2017

Slow Bear in Trefpunt (Gent) op 03.07.17

Dat het nog even wachten is op de levering van de twee voor dit jaar aangekondigde albums, weerhield Slow Bear er niet van alvast naar Gent af te zakken voor een maandagavondconcert in het Trefpuntcafé.


Van meet af aan plaatst de Leuvense onemanband spitante, wat folky garagepopnummers in een organische sequentie met langer uitgesponnen, bezwerend materiaal, aanvankelijk beide gedragen door krachtige fingerpicking, gevoelsvolle riedels en snedig ritmische akoordenaanslagen op akoestische gitaar. Als extra begeleiding maken een sporadisch opduikend mondorgel en een zich overtuigend als volwaardig percussioneel instrument manifesterende rechtervoet het plaatje compleet. Vocaal spreidt Slow Bear een grote verscheidenheid ten toon. Zowat meestentijds bedient de man zich van een diep uit de keel opgrommende lage stem, maar evengoed begeeft hij zich de ene keer scherp, de andere keer helder richting hogere regionen of gooit hij er indien nodig een quasi de longen aan flarden scheurende schreeuw tegenaan.

Ergens halverwege wordt overgeschakeld op electrische gitaar, wat niet meteen wil zeggen dat de gashendel nog verder opengedraaid wordt. Een eerste nummer bewijst immers dat Slow Bear moeiteloos breekbaarheid aan intensiteit koppelt, waarna je een van mondharmonicabegeleiding voorziene, desolate versie van 'Pale Bird Blues' uit debuut 'Pale Morning Fades' te horen krijgt. Geholpen door een uitstekende geluidsmix koppelt de in-your-face gitaarsound een lofi-directheid aan een zich divers ontplooiende sfeerschepping. Met het op een hypnotizerende pianosample geënte, af- en aangolvende 'Spirit Broken (I Fixed It)' wordt naar een eindclimax toegewerkt die een finaal orgelpunt krijgt in de vorm van de meeslepende vooruitgeschoven single 'Normandy and Me', waarvan de lyrics zowaar als een levensbeschouwelijk statement kunnen gelezen worden.

Slow Bear wordt duidelijk gedreven door een zich al dan niet onderhuids manifesterende energie en weet in zijn eentje een opmerkelijke dynamiek aan zijn liveprestatie mee te geven. Waar het geheel behoorlijk edgy klinkt, zorgt de zowel ritmische als zanglijnsgewijze melodieuze aanstekelijkheid in combinatie met de uitermate oprecht overkomende, intense songs voor een erg betrokken gevoel als luisteraar.

https://www.facebook.com/Over-from-underground

dinsdag 27 juni 2017

Bleached in La Zone (Luik) op 26.06.17

Bleached trekt momenteel door Europa met Paramore waarmee ze mythische zalen als The Royal Albert Hall uitverkopen. Op vrije dagen headlinet het kwartet uit L.A. zelf een aantal kleinere clubshows. Dat ze ook in dit biotoop erg goed gedijen bewijst hun zinderende performance in het Luikse La Zone.



De met een vette knipoog gebrachte flard 'Paranoid' vlak na opener 'Waiting By the Telephone' plaatst de aanvang van de show helemaal in het teken van de met een vrouwen-in-de-muziek-manifest gepaard gaande 'Can You Deal?'-ep. Al snel volgt immers het sterk door Ozzy & co beïnvloede 'Keep On Keepin' On' waarna de slagzin “I listen to Sabbath with all of my friends, yes it's real' uit het titelnummer van het mini-album het hele protestthema summier samenvat.

Frontvrouw Jennifer Clavin voelt zich duidelijk in haar sas, springt complexloos van het podium naar een groepje vrienden dat ze tijdens de laatste doortocht vorig jaar maakte en dat nu de frontrow bezet, en nodigt in één adem de toeschouwers uit op een afterparty. Dat haar zangprestaties sinds 'Welcome the Worms' enorm aan veelzijdigheid hebben gewonnen, krijgt extra glans door een uitstekende, licht galmende geluidsmix. Zus Jessica komt zowel qua akkoorden als gitaarsolo's erg krachtig voor de dag, en de dynamisch begeleidende ritmesectie zet een even ongedwongen als expressieve prestatie neer. Als hoogtepunt valt misschien wel een naar de keel grijpende versie van 'Sleepwalking' te noteren.

Bleached maakt een relaxte en goedgemutste indruk, speelt snedig en blijft ten allen tijde dansbaar en catchy zonder de edge te verliezen. Na de chaotisch energieke afsluiter 'Dead In Your Head', tijdens dewelke Jennifer met drummer Nick Pillot van plaats wisselt, wordt dan ook resoluut om meer geroepen. Dat de gebalde bisronde een laatste climax bereikt met een cover van 'Territorial Pissings', een idee waar recentelijk ook Cherry Glazerr op kwam, lijkt te wijten aan Cobains frase “Never met a wise man, if so it's a woman” en past zo helemaal in het plaatje van het thema van de laatste ep. In zijn geheel bracht Bleached een ijzersterk, spontaan en gedreven optreden op de planken waarbij je er niet naast kon kijken over wat een ondertussen flink aangedikt arsenaal uitmuntende songs de band beschikt.

https://www.facebook.com/Over-from-underground

zondag 25 juni 2017

Firefang tijdens opening B.I.Y. Skatepark (Gent) op 24.06.17

De ingebruikname van een nieuw skatepark aan het Gentse Handelsdok kreeg een muzikale omlijsting van onder meer de grungy garagerock van Firefang dat eerder dit jaar debuteerde met een ijzersterke langspeler.


Ietwat verrassend vat het trio aan met een bluesy cover van Alicia Keys' 'Fallin''. Beginnend met het snedige 'Down' gevolgd door een impressionante versie van het episch losbarstende 'Waiting List' staat de rest van het optreden volledig in het teken van de debuutplaat. Ook live brengt de band een uiterst dynamische performance waarin gebalde nummers naadloos alterneren met meer slepend, geduldig naar enkele climaxen toewerkend materiaal.

Terwijl Steven De Poorter in de kalmere stukken gebruik maakt van een ouderwets telefoontoestel met draaischijf als stemvervormer, jaagt hij zijn woest schreeuwende uithalen doorgaans door een conventionele microfoon. Nauwelijks gehinderd door enkele gebroken snaren weet de frontman met veel gevoel telkens juiste noot te kiezen, en trekt hij even makkelijk een verschroeiende gitaarmuur op. Firefang spreidt een no nonsense attitude ten toon, interageert sterk met elkaar en creëert als dusdanig een meeslepende groove waarboven de songs helemaal tot hun recht komen. Als de laatste tonen van afsluiter 'In a Home' uitdoven besef je dan ook dat je één van de interessantste Belgische bands van het moment aan het werk gezien hebt.


vrijdag 23 juni 2017

Dream Machine – 'The Illusion': niet meer recht te trekken (?) valse start

Kon je Matthew Melton tot voor kort nog zien als een hopeloze romanticus die zijn heil escapistisch in het verleden zocht en innerlijk gedreven werd door een ridderlijke queeste naar de ideale liefde, is dit beeld niet langer te handhaven. In een recent dubbelinterview samen met zijn vrouw Doris ontpopt de vroegere frontman van Warm Soda zich immers tot een paranoïde reactionair die een heel aantal vanzelfsprekendheden in de hedendaagse samenleving radicaal afwijst. Dat hij het gebruik van smartphones en sociale media hartgrondig afkeurt is allemaal nog onschuldig, maar in het bewuste interview spreidt het koppel op beledigende en minachtende wijze een hele resem totaal politiek incorrecte ideeën ten toon aangaande onder meer migratie en vrouwenrechten. 


Eén en ander heeft ertoe geleid dat label Castle Face Records zich genoodzaakt zag Dream Machine, het pas opgestarte muzikale project van de Meltons, per direct de bons te geven, ook al zitten ze daar nog met een quasi volledige oplage van het recent gereleasede debuut 'The Illusion'. Vermits wereldbeeld, wezen en muzikale uitdrukking voor Melton altijd onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn geweest, is het niet makkelijk deze langspeler nog onbevangen te benaderen. Zo verwijst de titel al meteen naar een oordeel dat het echtpaar klaar heeft met betrekking tot het leven van diegenen die zich teveel online begeven. Muzikaal richt Melton zijn vizier dit keer resoluut op de jaren 70 met een galmende sound, prille hardrockriffs en alternerend Jon Lord en Ray Manzarek mimicrerende orgelpartijen.

Wel wordt het genre, vooral in de netjes tussen Matthew en Doris verdeelde zanglijnen, benaderd met een jaren 60-popgevoeligheid. De plaat bevat gitaar- en orgelsolo's, al worden die steeds compact gehouden, waardoor de songs zelden de vierminutengrens overschrijden en je nooit het gevoel hebt dat ze zich verliezen in al te psychedelische uitweidingen. Neem daar nog een hedendaagse frisse strakheid bij en je weet dat het geheel vlot in het oor ligt. Op die manier is 'The Illusion' op zich best wel een sterk album, alleen lijkt Dream Machine zich al bij voorbaat onherstelbaar verbrand te hebben.


donderdag 15 juni 2017

Trapper Schoepp – 'Bay Beach Amusement Park': oprechte ode van een hedendaagse troubadour

Het Bay Beach Amusement Park in Wisconsin bestaat dit jaar precies 125 jaar, en daar besloot Trapper Schoepp een concept-ep aaan te wijden. Zorgt dit opzet in eerste instantie misschien wel voor een diepe frons in de wenkbrauwen, besef je echter al gauw dat het – met Schoepps authentieke hang naar volksmuziek zoals country, folk en blues en zijn onmiskenbare talent om, voortbouwend op een wat verloren gegane traditie, via kleine, in de lokale historie verankerde verhaaltjes een groter idee uit te dragen – waarlijk een kolfje naar de hand is van deze artiest uit Milwaukee.


Na de surfy rock-'n-roll van het algemeen welkomstwoord 'Welcome to Bay Beach' volgen nog vijf nummers die als titel een welbepaald pretparktuig meekrijgen. Dragen 'Zippin Pippin' en 'Bumper Cars' succesvol de ervaring van kadans en snelheid van het toestel muzikaal uit, krijg je met 'The Scat' een meeslepende, cocktailjazzy ballad te horen. In een even spontaan overkomende als goed uitgewerkte productie (inclusief soulvolle backinkoortjes, kundig gearrangeerde blazers en emotioneel geladen toetsen) biedt de ep zo een erg verscheiden miniatuur staalkaart van de hedendaagse americana die zowel Trappers fantastische stem als zijn kwikzilveren songschrijvertalent nogmaals in de verf zetten.

Het pretpark in kwestie kan zich alleszins ongegeneerd wentelen in de lof die het van deze moderne troubadour kwistig toegestrooid krijgt.


zaterdag 10 juni 2017

Nots in de Beursschouwburg (Brussel) op 09.06.17

Zag het er lang naar uit dat Nots' huidige Europese tour België zou overslaan, kreeg de tussen Rijsel en Amsterdam openstaande dag in de kalender alsnog een Brusselse invulling. In extremis werd het viertal uit Memphis immers als opener toegevoegd aan de Out Loud-affiche op het dakterras van de Beursschouwburg.


Zonder poespas gaan Natalie Hoffmann furieus van start. Van meet af aan krijg je een opzwepende mix van nerveuze postpunk en desolate garagesurf die inspeelt op een soort ritmisch oergevoel, waardoor het haast onmogelijk is te blijven stil staan. Met Hoffmanns desperaat geschreeuw en kil snijdende gitaarsound overvalt je zowat een post-apocalyptische ervaring. Terwijl de frontvrouw een tijdens 'Inherently Low' gesprongen snaar vervangt improviseert de rest van de band meeslepend verder op de groove zodat de aandacht aan één stuk door vastgehouden blijft. Ook al wordt bijvoorbeeld bij het hieropvolgende 'Reactor' voor even een sludgy moment ingelast, ligt het tempo quasi constant erg hoog.

Wel wordt de sfeer zelfs nog een graad unheimlicher wanneer Hoffman de gitaar even terzijde legt en zich achter een extra batterij toetsen plaatst. Dit levert ondermeer een nieuw nummer op dat op Nots' geheel eigen wijze zowaar aanschurkt tegen industrial. Vervolgens wordt de finale ingezet met wederom jachtig pompend materiaal uit vooral recentste langspeler 'Cosmetic' en gaat de voet niet meer van het gaspedaal. Hoewel druk gesolliciteerd blijkt de openingsact geen tijd te resten voor een bisronde.

https://www.facebook.com/Over-from-underground

donderdag 8 juni 2017

Chastity Belt – 'I Used To Spend So Much Time Alone': somber contemplatief

“It's different now,” mijmert Julia Shapiro op het openingsnummer van 'I Used To Spend So Much Time Alone'. Waar dat muzikaal – een lome groove onder een meeslepend monotone postpunkbaslijn waarop in elkaar verstrengelende gitaarmotiefjes kwistig even catchy als edgy frivoliteiten in het rond strooien – nog niet meteen voor Chastity Belt lijkt te gelden, merk je dat dit lyricsgewijs wel van meet af aan het geval is. Het rake en tegelijk humoristisch gebrachte sarcasme en de brutale je-m'en-foutistische zorgeloosheid, die beiden uitdroegen dat de dames op hun geheel eigen wijze de wereld bij de kladden hadden, hebben namelijk plaats geruimd voor een richting depressie evoluerende existentiële paniek. Waar het op 'Time to Go Home' nog klonk van “I don't care” en “I got drunk out of boredom,” verstaan we deze keer “Fucked up, anxious, how did I get here?”en “I wanna feel like nothing's wrong.”


Een gestroomlijnde productie laat horen dat Shapiro naar hedendaagse normen en regels vocaal misschien wel beter voor de dag komt dan ooit, maar haalt tegelijkertijd het ontstuimig rauwe wat van de stem. Tegen het trio 'It's Obvious', 'What the Hell' en 'Something Else' is daarenboven duidelijk dat ditmaal eerder wordt ingezet op dromerige sfeerschepping dan op meeslepende hooks, en dit is niet alleen te wijten aan de al dan niet prominent figurerende akoestische gitaren. Hierna wekt het afsluitende duo – aanvattend met de naar het verleden verwijzende titelsong die aangeeft dat het nu allemaal wel weer beter gaat - nog even de indruk het tij voorgoed te kunnen keren. Op het bij momenten krakende, piepende en scheurende '5am' heeft Chastity Belt immers haar ouwe vertrouwde punch teruggevonden en hetzelfde kan gezegd worden van Shapiro's messcherpe tong.

Toch is het het hulpeloos sombere, contemplatieve van de drie bonusnummers dat uiteindelijk de hoofdtoon van het album bepaalt. Konden buitenbeentjes allerhande totnogtoe kracht putten uit Chastity Belts artistieke antwoord op zulke situatie, komt het deze keer over alsof het viertal uit Seattle zelf wel een duwtje in de rug kan gebruiken. Dit kan je hen dit najaar ondermeer gaan geven in Brussel (Botanique, 15.09), Rotterdam (V11, 22.09) en Utrecht (ACU, 23.09).

https://www.facebook.com/Over-from-underground