dinsdag 19 december 2017

Matthew Melton – 'Night Life': woelig jaar met vier platen

Het minste dat je kan stellen is dat 2017 voor Matthew Melton woelig is verlopen. Dat hij vanuit Texas naar Nederland verhuisde had misschien nog het minst impact. Uit onvrede met het voor hen qua gedachtengoed verstikkende muzikantenmilieu lieten Melton en vooral zijn Bosnische eega Doris in een Frans online magazine immers een aantal erg aangebrande opinies optekenen. Als gevolg daarvan liet label Castle Face Records hun gloednieuwe band Dream Machine vallen als een baksteen, zij het slechts nadat er veel misbaar werd gemaakt op de sociale media toen het label zelf ter promo een link postte naar het desbetreffende interview.


Een zeldzame, voorzichtig relativerende stem kwam van de Warm Soda-drummer die erbij was toen de Meltons elkaar op toer ontmoetten, en die qua ideologie absoluut een tegenpool van het echtpaar is. Hij merkte kort op dat het koppel op hem eerder een weirde dan kwaadaardige indruk maakte. Sindsdien lijkt het er wél op dat de Meltons – ogenschijnlijk in een poging een nieuwe afzetmarkt te vinden voor hun platen – zich voor de conservatieve politieke kar laten spannen die in hen een ideale stok ziet om “cultureel links” mee te slaan. Hoe bedenkelijk dit allemaal mag klinken, toch kan je er niet naast kijken dat Matthew Melton dit jaar misschien wel een creatieve piek bereikte.

Op twaalf maanden tijd bracht hij immers maar liefst vier volwaardige lp's op de markt waar stuk voor stuk kwalitatief niets op aan te merken valt. Eerst en vooral plaatste hij in toen nog onverdachte tijden met 'I Don't Wanna Grow Up' een logisch slotakkoord achter Warm Soda. Vlak voor de bom losbarstte lag het seventies-geïnspireerde debuut van Dream Machine kortstondig (voor het teruggetrokken werd) in de rekken. Later releasete Melton op zijn eigen label Fuzz City Records nog achtereenvolgens een solo-plaat en een tweede Dream Machine langspeler.

Over 'Night Life dan. Die klinkt om te beginnen niet meer solo dan de gemiddelde Warm Soda-release. En ook al zorgt Doris voor ondersteunende en sfeervolle toetsen, is het, in tegenstelling tot Dream Machine, geen duo-project. Wel zorgt dit ervoor dat de kloof tussen de jaren 50 en 60-powerpop en de jaren 70-psychrock gedicht wordt. Tevens loeren, middels vaak mechanisch klinkende, snedige drumpartijen en een overdaad aan galm, de jaren 80 geregeld om de hoek.

Binnen de gekende invariabelen zoals daar zijn dansbare grooves, catchy zanglijnen, een onmiskenbare retro-feel, de wat ingehouden manier van zingen en de gebalde, sprankelende frisheid, weet Melton eens te meer gevarieerd en origineel voor de dag te komen. Luister bijvoorbeeld maar eens naar de backingharmonieën van 'Right There Waiting' die weliswaar vertrouwd maar geenszins gerecycleerd in de oren klinken.

Het broeierige 'Hot Night', het aan een Tom Petty-riff opgehangen 'When It All Comes Down' en de jambanderige psych-instrumental 'Night Walk' geven de diversiteit aan in de uitkomst van deze aanpak. Tenslotte valt nog op te merken dat lyrics als “It's right there waiting in the night, in a world that's leaving me behind” en titels als 'Standing in the Dark' beduiden dat de voorbije gebeurtenissen sowieso hun weg naar de thematiek vonden.

Matthew Melton komt over als een eenzaat – die ondertussen weliswaar een lotsbestemmelinge vond – die zich absoluut niet op zijn plaats voelt in de hedendaagse maatschappij en daarom op een nogal ongelukkig uitgedraaide manier zijn heil zoekt in een geïdealiseerd verleden. Dit neemt echter niet weg dat de man een erg getalenteerde muzikant en songschrijver blijft, een gegeven dat hij anno 2017 tot vier maal toe tenvolle bewees.

https://www.facebook.com/Over-from-underground-1466055173714208/



Geen opmerkingen:

Een reactie posten